Een kind met articulatiestoornissen heeft het moeilijk om één of meerdere spraakklanken correct te produceren. De klanken worden vervormd, vervangen of weggelaten.
Er bestaan 2 soorten articulatiestoornissen:
Fonetische articulatiestoornissen
Het kind is niet in staat om een bepaalde klank of klanken correct te produceren.
Bijvoorbeeld: /r/ niet kunnen uitspreken, /s/ verkeerd
uitspreken, ...
Fonologische articulatiestoornissen
Het kind kan de klanken correct produceren maar gebruikt ze niet of foutief in de spontane taal.
Bijvoorbeeld: /t/ wordt vervangen door /k/, /l/ wordt /j/, ..
Wanneer er meerdere klanken weggelaten, vervangen of vervormd worden, spreken we van een meervoudige articulatiestoornis. Vaak komen deze stoornissen voor samen met afwijkend mondgedrag zoals mondademen, duimzuigen, foutief slikken (tongpersen), … Deze afwijkende gewoonten zije vaak de oorzaak van de articulatiestoornis en hebben een negatieve invloed op het gebit.